Module - Leerscenario's
Hoe plan je een les met storytelling?
Wanneer we onze lessen plannen, streven we ernaar ze aantrekkelijk en betekenisvol te maken voor en met onze lerenden. In wat volgt zullen we de stappen in de les laten zien waar storytelling kan worden gebruikt om dit te ondersteunen en te bereiken. Wij laten ons daarbij leiden door Gagné's Nine Events of Instruction (1965), zoals herzien door Gagné, Briggs en Wager (1992). Op dit punt moet worden benadrukt dat we dit model in de eerste plaats willen gebruiken als een gids voor verschillende fasen van het onderwijs. In principe volgen we met StoryComp niet de benadering van eenrichtingsleren, dat lesgeven iets is wat de leraar doet met de leerling. In plaats daarvan is het project gebaseerd - zoals in detail uitgelegd in het Methodological Framework ▾ - op de benadering van competentiegericht leren, waarin leren wordt gezien als constructief en co-creatief, als een wederzijds proces waarin leerkrachten en llerenden eerlingen de handen ineenslaan op de leerreis. Het gaat niet alleen om het overbrengen van kennis over te dragen, maar om lerenden te activeren en hen bij de leersituatie te betrekken. Zij leren het best in betekenisvolle contexten en in samenwerking en interactie met anderen en hun omgeving. Op die manier kunnen zij zelf kennis verwerven, kennis opbouwen en hun nieuwe ideeën toetsen aan die van anderen. Dit onderstreept de noodzaak om lessen te ontwerpen die in hoge mate beantwoorden aan de behoeften van de leerlingen, maar die ook nieuwe horizonten en perspectieven voor hen openen en hen enthousiast maken voor dingen waar ze misschien nog nooit van gehoord hebben. Houd dit in gedachten wanneer we nu beschrijven hoe storytelling kan worden geïntegreerd in de door Gagné genoemde fasen van een les.
Gagne's Nine Events of Instruction door CourseArc is gelicenseerd onder CC BY 4.0. www.coursearc.com ▾
Zoals je zal zien, kan storytelling worden gebruikt in min of meer alle stappen van een lesontwerp. Hoe en met welk doel je het in een bepaalde les gebruikt, is natuurlijk aan jou. Deze paragraaf is niet bedoeld om te impliceren dat storytelling altijd en overal moet worden gebruikt, alleen maar omdat dat zou werken. Het is eerder bedoeld om te laten zien hoe veelzijdig deze methode kan zijn en hoe ze je repertoire van methoden voor een gevarieerd lesontwerp kan uitbreiden.
1. De aandacht van de leerlingen trekken
Zorg voor een eerste stimulans die verband houdt met het onderwerp/de les om de aandacht van de leerlingen te trekken, betrek hen erbij door uit hun eigen ervaringen te putten en hen te activeren voor de leerreis. Mogelijke implementaties met storytelling:
- Presenteer een verhaal, een case study, actueel nieuws of gebeurtenissen, een probleem dat moet worden opgelost om nieuwsgierigheid, onzekerheid en verrassing op te wekken
- Gebruik een ijsbrekeractiviteit, bijvoorbeeld met collaborative storytelling als groep (de trainer legt de regel voor het verhaal uit, bijv. elementen/gebeurtenissen die moeten voorkomen, en zegt een eerste zin; de lerenden voegen elk een zin toe en ontwikkelen samen het verhaal)
- Stel de deelnemers vragen die hun herinneringen, ervaringen en eigen verhalen stimuleren
2. Informeer de leerlingen over de doelstellingen - zoek en definieer
Laat lerenden weten wat je bedoeling en doelen zijn met deze cursus of les. Zoek uit wat ze verwachten van de cursus, wat ze willen ervaren, leren, kunnen doen. Op die manier kun je gemeenschappelijke doelstellingen bepalen en ook je leerlingen helpen om zich mentaal voor te bereiden op wat ze gaan zien, horen en/of doen. Mogelijke implementaties met storytelling:
- Storytelling kan hier gebruikt worden in die zin dat de les gezien wordt als een pad, een reis, en in deze stap worden de routekaart, de bestemmingen, de schatkaart samen ontwikkeld Hiernaar kan je tijdens de les teruggrijpen..
3. Stimuleer het terughalen van wat eerder geleerd werd
Help je leerlingen om de nieuwe kennis te koppelen aan bestaande kennis door zich te herinneren wat ze al hebben geleerd of ervaren. Mogelijke implementaties met storytelling:
- Gebruik een verhaal om samen te vatten wat je eerder hebt geleerd. Bijvoorbeeld, als het over historische gebeurtenissen gaat, kun je ze vertellen vanuit het persoonlijke oogpunt van een hedendaagse getuige, waardoor het abstracte concreet wordt en dus wordt herhaald. Of als het over een natuurkundige/scheikundige context gaat, kun je vertellen hoe je een overeenkomstig experiment hebt uitgevoerd.
- Betrek de lerenden bij het verhaal door het verhaal te onderbreken en te vragen wat er dan gebeurt of zou kunnen gebeuren.
- Gebruik een verhaal om naar het onderwerp toe te leiden. Voorbeeld: In het verhaal "De elfen" van de gebroeders Grimm wordt een eenvoudige hoeveelheid elke dag verdubbeld (1e dag: leer voor 1 paar schoenen, 2e dag: leer voor 2 paar schoenen, 3e dag: leer voor 4 paar schoenen, enz. ... tot de schoenmaker rijk is). Je kan dit verhaal in de reeks onderbreken en samen met de deelnemers uitwerken hoe de hoeveelheid leer zich ontwikkelt (om de aanzet te geven tot bestaande wiskundige kennis en het praktische gebruik ervan). Beëindig dan het verhaal en ga verder met het rekenen met hoeveelheden.
- Laat de leerlingen samen een verhaal uitwerken (om de beurt vertellen, elk één zin) volgens jouw aanwijzingen. In taallessen zou je bijvoorbeeld kunnen aangeven dat de woordenschat uit de vorige les in het verhaal moet voorkomen. Of dat het verhaal in een bepaalde tijd verteld moet worden. Als de klemtoon meer op het schrijven/lezen van woorden ligt, vraag dan aan de leerlingen om zich een woord van de vorige les te herinneren en het op te schrijven. Alle blaadjes papier worden geschud en verdeeld en de vertellers moeten het woord op hun strookje papier in hun zin van het verhaal zetten.
- Gebruik specifieke vragen om de herinneringen van je lerenden te stimuleren die relevant zijn voor een onderwerp. Als je onderwerp bijvoorbeeld morele moed is, zou je vragen kunnen stellen over de laatste keer dat iemand een onaangename situatie in het openbaar heeft meegemaakt of waargenomen, iets waarin hij/zij had willen ingrijpen. Als je het hebt over aangrijpende gebeurtenissen in de recente geschiedenis, zoals 11 september 2001 in de VS, kun je de lerenden een moment geven om zich te herinneren wanneer, waar en hoe ze over deze gebeurtenis hebben gehoord om hen een beetje terug in de tijd te brengen.
4. Presenteer de inhoud
Gebruik zo veel mogelijk verschillende methoden om alle zintuigen aan te spreken en aan te sluiten bij de verschillende soorten lerenden. Richt je niet alleen op de cognitieve maar ook op de emotionele kant van de lerenden om duurzaam te leren.
- Vertel een verhaal over een probleem waar je de aandacht op wilt vestigen, een conflict, meerdere perspectieven op een kwestie.... om het daarna op te pakken en uit te diepen met de deelnemers.
- Vertel een verhaal dat de kennis omvat die je wilt overdragen. In taallessen is het bijvoorbeeld mogelijk dat kleurrijke marktdrukte een essentieel onderdeel is van je verhaal en dat je de goederen en/of het gesprek tussen koper en verkoper opneemt in de vreemde taal die je onderwijst. Als je onderwerp bijvoorbeeld de biologische veeteelt is, kan je de verschillende "biografieën" van dieren uit de industriële en de biologische veeteelt in verhalen vertellen.
- Zijn er mensen die hun persoonlijke verhaal/ervaring kunnen vertellen om naar het onderwerp te leiden? Nodig hen uit om hun verhaal te vertellen om zo tot een diepere discussie en/of betrokkenheid bij het onderwerp te komen.
- Maak de persoonlijke biografieën/ervaringen van de deelnemers deel van de inhoud en begeleid hen om hun verhalen te vertellen. Enerzijds kan de focus liggen op de inhoud, bijvoorbeeld op de eigen ervaringen van de deelnemers met racisme of seksisme, die later aan bod zullen komen. Of de nadruk kan liggen op de linguïstische uitdrukkingsmiddelen (woordenschat/ tijden/ zinnen). Of de nadruk kan liggen op de verdere verwerking, bijvoorbeeld in alfabetiseringscursussen. De deelnemers vertellen elkaar in tweetallen een korte episode, waarvoor je een thematische aanzet geeft. De opdracht achteraf kan bijvoorbeeld zijn om de essentiële informatie uit het verhaal van de partner in eigen woorden op te schrijven (belangrijkste informatie vastleggen, kernpunten opschrijven).
- Ontwikkel samen met de deelnemers een verhaal, bijvoorbeeld de utopie van een wereld waarin ecologische duurzaamheid boven alle andere maatschappelijke belangen staat. Je geeft de eerste aanzet (bijvoorbeeld het jaar waarin de utopie zich afspeelt, de formele voorwaarden, misschien de "Only Green Matters"-wet die dan zal gelden, evenals de hoofdrolspelers en/of een uitgangssituatie). Daarna kunnen de in het verhaal ontwikkelde ideeën worden besproken, bijvoorbeeld op hun haalbaarheid in het heden en de mogelijke nadelen van zo'n wereld.
- Storytelling kan hier gebruikt worden in die zin dat de les gezien wordt als een pad, een reis, en in deze stap worden samen de routekaart, de bestemmingen, de schatkaart ontwikkeld, waarnaar je tijdens de les kunt teruggrijpen.
5. Zorg voor leerbegeleiding
Adviseer lerenden over strategieën om hen te helpen de inhoud te leren en over beschikbare bronnen. Met andere woorden, help lerenden te leren hoe ze moeten leren. Of in termen van storytelling, help lerenden een verhaal op te bouwen en te structureren, het te creëren met behulp van verbale vaardigheden, het uit het hoofd te leren of het op te schrijven.
- .
- Stel een eenvoudig schema op dat de structuur van een verhaal of de "ingrediënten van een verhaal" illustreert.
- Stel een set vragen/impulsen op die gebruikt kunnen worden om de ontwikkeling van een (gezamenlijk) ontwikkeld verhaal aan te sturen.
- Bied ondersteuning of hulpmiddelen als leerlingen vastlopen omdat ze woordenschat missen of niet zeker weten hoe ze tijden moeten gebruiken of hoe ze woorden moeten spellen.
- Creëer een vertrouwensvolle, veilige sfeer waarin deelnemers persoonlijke informatie durven te delen. Geef het goede voorbeeld.
- Moedig lerenden aan om hun ideeën/ervaringen/verhalen te delen.
6. Uitlokken van prestaties (praktijk)
Laat lerenden de geleerde kennis en vaardigheden toepassen.
- Vertel in een taalcursus een verhaal aan de lerenden met als doel hun luistervaardigheid te oefenen en begrip te krijgen van bepaalde woordenschat en/of informatie en/of contexten.
- Laat de lerenden (samen) een verhaal ontwikkelen. In een taalcursus is het bijvoorbeeld mogelijk om het nieuw geleerde materiaal (woordenschat/ zinsconstructies/ tijden) te gebruiken in een verhaal, dat zin voor zin wordt verteld, door de regels voor het gezamenlijk vertellen vast te stellen. Als mediagebruik in het gezin het onderwerp is, kunnen typische problemen rond mediagebruik in het dagelijks leven aan de orde komen en ideeën voor oplossingen worden gepresenteerd in een gezamenlijk verhaal of in verhalen die in tweetallen worden ontwikkeld - op basis van de voorafgaande input, bijvoorbeeld over de voor- en nadelen van bepaalde mediagebruikspraktijken.
7. Geef feedback & 8. Beoordeel prestaties
Geef lerenden directe en onmiddellijke feedback om hen op hun leerweg te ondersteunen, hen aan te moedigen en hen de kans te geven leemtes in hun kennis op te sporen en te dichten. Feedback kan op verschillende manieren worden gegeven: aan de hele leergroep (goede praktijken; typische fouten...), aan de individuele leerling of peer to peer. De manier van beoordelen hangt sterk af van wat in het begin als gemeenschappelijke leerdoelen is bepaald. Als het er in de eerste plaats om ging concrete kennis bij te brengen, zijn er tal van beproefde beoordelingsmethoden, zoals examens/quizzen, schriftelijke opdrachten, projecten, enz. Als het meer ging om de bewustmaking van een onderwerp/kwestie, dan gaat het meer om feedback van je lerenden dan om daadwerkelijke beoordeling.
- Geef een opdracht aan de lerenden: geef het begin van het verhaal en vraag hen het af te maken, met inbegrip van woordenschat/begrippen/ eerder geleerde lessen. Begin de volgende cursus met het vertellen van het verhaal dat een van de lerenden je vertelde of vraag hen het verhaal te vertellen. Geef feedback over de manier waarop ze de inhoud van de les in hun verhaal hebben geïntegreerd.
- Ga terug naar het stappenplan van je leertraject dat je in het begin samen hebt ontwikkeld en bekijk het traject. Wat was bijzonder spannend, verrassend, interessant? Waar waren er bijzondere hindernissen en uitdagingen die overwonnen moesten worden? Waar waren er verrassende vooruitzichten? Op individueel niveau: wie was een bijzonder aangename metgezel, met wie was het traject gemakkelijk te beheren en waarom?
8. Verbeteren van onthouden en overbrengen
Help lerenden om hun nieuwe leerstof te verankeren en te verbinden met eerdere kennis/ervaringen, toekomstige acties en/of hun persoonlijke achtergrond en dagelijks leven.
- Vertel ten slotte een verhaal in de context van je onderwerp waarin een relevant probleem wordt opgelost - misschien op een manier die je in de les hebt uitgewerkt, maar misschien verrassend, ongewoon, buitengewoon. Of vertel een verhaal dat je lesonderwerp naar het concrete, naar het dagelijkse leven, naar de toekomst overbrengt.
- Maak het verhaal af dat je in de inleiding bent begonnen.
Opgehaald van www.niu.edu ▾ Gagne, R. M., Wager, W.W., Golas, K. C. & Keller, J. M (2005). Principles of Instructional Design (5e editie). Californië: Wadsworth.
Hier vind je concrete leerscenario's met Storytelling in Basiseducatie ▾ |
Hier vind je concrete leerscenario's met Storytelling in Burgereducatie ▾ |