Module -Storytelling


Jouw presentatietools

Bron: Pixabay
In de vorige hoofdstukken heb je geleerd over het concept competentie, het gebruik van storytelling in het onderwijs. Je leerde wat je moet overwegen bij het selecteren van een verhaal, wat een verhaalstructuur is en hoe je een verhaal moet onthouden..
Dit is allemaal belangrijk, maar het beste verhaal is niet veel waard als het op een saaie manier wordt gepresenteerd.
Herinner je je presentaties of toespraken van je vroegere leraren of personen uit het openbare leven, wat maakte het verschil?

De belangrijkste hulpmiddelen om een verhaal goed te vertellen heb je altijd bij je: stem, mimiek, lichaamstaal. Focus, ritme en timing zijn ook belangrijk.
En het mooiste is: dit alles kan worden getraind.

Maar let op: je hoeft niet alles in één keer te kunnen. Je hoeft niet van de ene op de andere dag een perfecte verteller te worden.
Herinner je je de grafiek over de ontwikkeling van vaardigheden?  Het is een spiraal: je leert eerst de basis over storytelling en daarna moet je het oefenen. Wat werkt al goed? Wat zou je kunnen verbeteren? Dan blijf je leren en trainen en weer breng je het in de praktijk. Zo bouw je aan je storytellingcompetentie.


Laten we een oefening doen


Deelnemers aan het StoryComp project hebben verhalen opgenomen - elk in hun eigen taal. Je vindt ze hieronder
Kies degene die je misschien niet letterlijk verstaat en bekijk ze.

Kun je zonder de woorden zeggen waar de spanning stijgt, wat de stemming is, wie er in het verhaal aan het woord is, op welk punt de spanning begint af te nemen enzovoort? Hoe kan je dat zien? Welke uitdrukkingsvormen buiten de taal gebruikt de verteller?

Klik op de link om de video te openen.