Module -Storytelling


Laten we een oefening doen

Lees het volgende verhaal over "Hodja's mooie jas".
Kun je één of misschien meer doelen aanwijzen waarvoor dit verhaal gebruikt zou kunnen worden met volwassen lerenden? Waarom?

Hodja's mooie jas
uit Turkije

Lang geleden was Nasreddin Hodja, de beroemde prediker, geliefd bij iedereen in Turkije, vooral bij de mensen van Akshehir. Iedereen sprak over zijn wijsheid en vriendelijkheid. Telkens wanneer de mensen een feest of festival hielden, nodigden zij Hodja uit.
Op een dag nodigde de muhtar, de belangrijkste man in Akshehir, Hodja uit voor een banket. Hodja keek uit naar het heerlijke voedsel dat hij te eten zou krijgen en het goede gesprek dat hij zou hebben in het huis van de mukhtar.
Op de ochtend van het feest ging hij aan het werk in zijn wijngaard. Het was een mooie zomerdag, en Hodja genoot van zijn werk. Helaas had hij de tijd verkeerd ingeschat. Toen de zon lager aan de hemel stond, besefte Hodja dat hij geen tijd zou hebben om zich om te kleden.
"Wat zal ik doen?" vroeg hij zich af. "Als ik de tijd neem om me te wassen en aan te kleden, kom ik te laat voor het feest." Hodja hield er niet van mensen te laten wachten, en dus haastte hij zich naar het huis van de muhtar, gekleed in zijn werkkleding, zijn handen en gezicht nog bevuild van het werk van de dag.
Toen hij aankwam, keerden de bedienden zich van hem af. Hodja baande zich een weg het huis in. De andere gasten waren bijeen, en hij zag ze lachen en enthousiast met elkaar praten. Maar toen Hodja de kamer binnenliep, negeerden de anderen hem. Telkens als Hodja naderde en sprak, keken ze weg en negeerden zijn woorden. Gewoonlijk kwamen de mensen naar Hodja om zijn raad en mening te vragen, maar deze avond sprak helemaal niemand met hem. Zelfs de muhtar negeerde zijn gast.
Toen de gasten moesten gaan zitten voor het avondeten, plaatste de muhtar Hodja in de verste hoek van de kamer, zo ver mogelijk van hem vandaan.
Na enkele minuten verontschuldigde Hodja zich en haastte zich het huis uit. Hij liep zo snel als hij kon terug naar huis.
Eenmaal thuis trok hij zijn werkkleren uit en zeepte en schrobde zich tot hij leek te glimmen. Toen kleedde hij zich in de mooiste kleren die hij bezat. Hij droeg zijn soepel vallende broek en zijn elegantste zijden hemd en wikkelde zijn prachtigste tulband om zijn hoofd. Toen wikkelde hij zijn nieuwe bontjas om zijn schouders, want hoewel het een warme avond was, wist hij dat de jas oogverblindend was en het gesprek van de dag zou zijn. Hij bekeek zichzelf en glimlachte, want hij wist dat hij er knapper uitzag dan alle andere mannen in Akshehir. Nu liep hij rustig en met een air van belangrijkheid terug over de weg naar de deur van de muhtar. Toen hij naar binnen liep, bogen de bedienden en leidden hem naar zijn gastheer.
Toen de muhtar Hodja zag, stond hij meteen op en begroette zijn gast. Hij leidde hem rechtstreeks naar de ereplaats aan tafel, direct naast zijn eigen plaats. Gedurende de maaltijd stelde de muhtar de ene vraag na de andere aan de geleerde Hodja. "U bent de wijste man die ik ken," zei de muhtar, en alle anderen beaamden dit en begonnen Hodja's raad en mening te vragen over elk onderwerp onder de zon. De bedienden haastten zich om Hodja het fijnste voedsel te brengen.
En toen, tot ieders verbazing, begon Hodja zijn zakken vol te stoppen met voedsel. Telkens als hij een stuk fruit of brood in zijn zak stopte, keek hij op de jas neer, wreef met zijn hand langs de mouw en zei: "Eet, eet, mijn mooie jas." De muhtar staarde. Iedereen staarde. Uiteindelijk kon de muhtar zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen. "Hodja, vertel ons," zei hij, "Wat ben je aan het doen?" Hodja leunde achterover in zijn stoel en glimlachte. "Ahh, dat zou duidelijk moeten zijn," zei hij tegen de muhtar. "Toen ik eerder deze avond aankwam, gekleed in mijn werkkleren, merkte niemand me op, maar toen ik terugkwam, behandelden jullie me als een geëerde gast. Ik ben niet veranderd. Ik ben Nasreddin Hodja en ben dat altijd geweest. En dus weet ik dat het mijn jas is die je eert en aanbidt. Omdat mijn jas de eregast is, vond ik het niet meer dan eerlijk dat hij het grootste deel van het feestmaal krijgt."

Bron/Link: https://www.assignmentpoint.com/ ▾

Neem je tijd!
Je vindt ons voorstel op de volgende pagina.