Module -Storytelling


Laten we een oefening doen.



Gebruik je verhaalskelet uit de vorige oefening (niet het verhaal zelf!) en probeer het begin van het verhaal en de opkomende actie voor jezelf te vertellen met behulp van concrete taal.

Het is niet belangrijk dat je het helemaal of meteen vertelt. Het gaat er meer om dat je er JOUW verhaal van maakt, dat je je beelden van het verhaal onder woorden brengt, dat je het geraamte van het verhaal verder uitwerkt, dat je de persoon (personen), de plaats, het dilemma gedetailleerd beschrijft en op zo'n manier dat ze tot leven komen.

Voor controledoeleinden kun je je verhaal opnemen met je mobiele telefoon als je dat wilt. Dit geeft je de mogelijkheid om naar jezelf te luisteren en je vertelling te verbeteren.
Neem je tijd voor deze oefening. Als het voorgestelde verhaal je niet bevalt, kies dan een ander verhaal uit de verhalenverzameling, haal het vijfdelige skelet eruit en doe dan deze oefening.